Het eerste jaar Vruchtbare Kringloop Noord Nederland (VKNN) zit erop. Hoe scoren de drie noordelijke provincies? Gerjan Hilhorst (onderzoeker bij WUR) bekijkt de resultaten van 2016 aan de hand van 141 beschikbaar gestelde KringloopWijzers van VKNN-deelnemers. Tijdens de kennisdeelmiddag op 7 september presenteert hij de uitkomsten.

“Het gemiddelde stikstofbodemoverschot is in Noord Nederland 140 kg/ha. Alle klei- en veenbedrijven voldoen aan de kwaliteitsnorm voor grond- en oppervlaktewater. Op de zandgrond voldoet 50% van de bedrijven aan de norm,” vertelt Hilhorst.  Om te kunnen voldoen aan de nitraatdoelstelling van max. 50 mg/l voor grond- en oppervlaktewater, is het vooral voor zandbedrijven van belang om het bodemoverschot voldoende laag te houden. Op die bedrijven is het grootste risico op uitspoeling en is de norm het laagste.

Uit de cijfers van de VKNN blijkt verder dat intensieve en extensieve bedrijven dezelfde bodemoverschotten realiseren. “De meststofbenutting van een extensief bedrijf is niet beter of slechter dan intensief bedrijf. ” Van alle extensieve bedrijven ligt  80% op klei en van de intensieve bedrijven 50 % op klei en 50% op zand. Kleibedrijven hebben een hogere stikstofgebruiksnorm dan zandbedrijven maar oogsten in 2016 per ha 1500 kg droge stof gras meer, waardoor het bodemoverschot vrijwel gelijk is.

Meerwaarde KringloopWijzer

De KringloopWijzer moet als managementinstrument worden gebruikt. “Elk bedrijf moet aan de milieunorm voldoen. Je kan alleen benuttingen verbeteren en verliezen verminderen, en daarmee geld besparen, als je weet waar je staat,”  zegt de onderzoeker. Door de KringloopWijzer als een thermometer voor het bedrijf te gebruiken, kan je zien wat je prestaties zijn op de onderdelen vee en bodem van de kringloop en wat je sterke en zwakke punten zijn. Hilhorst adviseert om een plan van aanpak te maken en elk jaar een paar punten uit te kiezen waar je mee aan de gang wilt gaan. “Je moet niet van alles in een keer willen wijzigen, maar het behapbaar maken en doelen  stellen voor een jaar. Dan hou je het beheersbaar en  zie je de effecten beter.”

Bodem

Bedrijven die hoge benuttigen hebben, scoren op de bodem, op gebied van bemesting en gewasopbrengst. Hilhorst: “De bodem is belangrijk en economisch hartstikke interessant. Met dezelfde bemesting en bodem kan je meer opbrengst realiseren en daarmee bespaar je op (kracht)voeraankoop.” Dat kan bijvoorbeeld door je o.a. bezig te houden met het tijdstip van mest uitrijden, welke kunstmest je gebruikt, de berijdbaarheid van de bodem en de  bodemkwaliteit.