Christiaan Bondt is als onafhankelijk adviseur ruwvoerteelt betrokken bij Vruchtbare Kringloop Noord-Nederland. Hij begeleidt het praktijkexperiment van studiegroep 6, waarbij de vraag centraal staat: welk rustgewas is het meest passend voor mijn bedrijf?
Het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn vermeldt: “Op alle percelen landbouwgrond op zand- en lössgronden wordt het rotatieschema dusdanig aangepast dat rustgewassen hier een standaard plek in krijgen. Er wordt een groeipad gevolgd in aansluiting op het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, waarbij gestart wordt met een basisniveau in 2023 van minimaal 1:4. Daarna wordt toegewerkt naar een einddoel met minimaal een 1:3 rotatie van rustgewassen in 2027.”
Christiaan Bondt: ‘In de veehouderij heeft deze nieuwe regelgeving effect op de maïsteelt. Uitgangspunt van de aanscherping is dat intensief gebruik van landbouwgrond wordt afgeremd. Met het idee dat een rustgewas bodemprocessen de tijd geeft om te herstellen en dat nitraatuitspoeling zoveel mogelijk wordt voorkomen.’
Rode klaver en luzerne
Vanuit studiegroep 6 hebben twee bedrijven zich opgeworpen om mee te werken aan een praktijkexperiment met rustgewassen: De Oolde Hof, het bedrijf van VKNN-deelnemer Gerben Smeenk in Makkinga, en Mts van Burgsteden van Cees Pieter van Burgsteden in Oosterwolde. Bij De Oolde Hof ging de voorkeur uit naar een rustgewas voor een jaar. Daar is in het voorjaar rode klaver ingezaaid. Van Burgsteden wilde een gewas dat langer staat, waarbij de keuze op luzerne viel.
Hoe staan de gewassen er een half jaar later voor? Christiaan: ‘Het was natuurlijk een bijzonder jaar. Door het natte voorjaar konden we pas in mei gaan zaaien. En vervolgens brak een hele droge periode aan. Desondanks staan beide gewassen er goed bij. De rode klaver is mooi verdeeld over het perceel. Bij de luzerne is dat iets minder, maar dat is niet vreemd omdat luzerne er wat langer over doet om zich te vestigen. In september hebben we als studiegroep beide velden bezocht, waarbij we het wortelstelsel hebben bekeken, of er stikstofknobbeltjes aanwezig waren en wat de kwaliteit van het geoogste rode klaver en luzerne was. Dat zag er allemaal goed uit.’
Minder stikstof
‘Voor vlinderbloemigen is het altijd spannend hoe ze de winter doorkomen,’ vervolgt Christiaan zijn verhaal. ‘Maar ik heb niets gezien waar ik me zorgen over maak. Voor het vervolg van het experiment gaan we bekijken of we in de velden met minder stikstof toe kunnen. De insteek is om geen of in ieder geval zo weinig mogelijk drijfmest te gebruiken en géén kunstmest. Natuurlijk mét behoud van een goede bodemkwaliteit. Na het volgende groeiseizoen maken we dan opnieuw de balans op als het om de opbrengst van beide gewassen gaat, om daar vervolgens met elkaar lering uit te trekken.’